Uit het herkomstonderzoek naar de periode 1933-1945 komen indicaties naar voren die wijzen op mogelijk onvrijwillig bezitsverlies.
De herkomstgegevens van dit schilderij zijn niet sluitend. Het is niet bekend van wie, wanneer en onder welke omstandigheden kunsthandel H.A.J. Stenger uit Den Haag het heeft verworven. Over Stengers handel in schilderijen tijdens de Tweede Wereldoorlog is weinig met zekerheid bekend. Uit eerder onderzoek blijkt dat Stenger kunstwerken heeft verhandeld die afkomstig waren uit Joodse verzamelingen, die door de bezetter als Feindvermögen waren geconfisqueerd. Door het ontbreken van documentatie en merktekens zijn er op dit moment echter geen concrete aanknopingspunten voor vervolgonderzoek naar de herkomst van dit schilderij.